Ook: wieselk (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe)
wijselijk
Hij höldt zuk wieselijk stille (Beilen)
Ik bleef hum wieselijk oet de weg (Odoorn)
Door zal ik wieselijk maor neit an metdoun (Emmer Erfscheidenveen)
uit de hoogte(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)
Hij is wat wieselijk. Aj hum tegenkomen, kriej niet aanders dan een knikkien (Meppel)
Hie döt zo wieselijk (Zweelo)
gezegd van een meisje, dat zich door beschaafder taal en manieren onderscheidt
Zie ook: