tegenof Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe
  1. , in

    der tegenof wezen

    Aj te lange hetzelde soort eten kriegt, bi'j der tegenof (Dwingelo)

    Ik bin der glad tegenof, het hoeft niet meer (Nijeveen)

    Ik heb nou zoveel sokken ebreid, door bin ik nou zo tegenof! (Havelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...