neef neven, de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: nève (Zuidwest-Drenthe Zuid), neve (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. neef, vooral gebruikt voor de zoon van oom of tante

    De zeun van mien breur is een neef van mien zeun (Roswinkel)

    Dat is mien bruier neit, dat is mien neef (Emmer Erfscheidenveen)

    Dat is een volle neef van mij (Zweelo)

    Neef en nicht vrijt licht (Ruinerwold)

    , ...nicht en neef vrijt scheef (Borger)

    Het is langer nève dominee as ome schostienvèger

    oomzegger, tantezegger

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...