U zocht voorbeeldzinnen met daarin "neef"
Resultaten 1 - 12 van 12
- bloudelijk: Dat is een bloudelijke neef van mie (Barger Oosterveld)
- infok: 'Neef en nicht vrijt licht' zèden ze vrogger, mar as ze gungen trouwen, dan was der spraoke van inf (Ruinerwold)
- melkkoe: Dat oompien was een best melkkoegien veur zien neef (Sleen)
- naoberschap: Bij de naoberschup hèurden niet de femilie - dat kun gaon tot neef en nicht - en de meier van de hà (Sleen)
- neef: De zeun van mien breur is een neef van mien zeun (Roswinkel)
- neef: Dat is mien bruier neit, dat is mien neef (Emmer Erfscheidenveen)
- neef: Dat is een volle neef van mij (Zweelo)
- neef: Neef en nicht vrijt licht (Ruinerwold)
- neef: , ...nicht en neef vrijt scheef (Borger)
- nicht: neef
- rouw: Bij aoverlieden gungen de naosten in de donkere rouw en zoas veur oom en tante, neef of nichte in li (Koekange)
- vrijen: Neef en nicht vrijt licht (Anloo)