Ook: hèring (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), herik (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), herink (Zuidwest-Drenthe Zuid), herrenk (Midden-Drenthe), herink II, herk
haring
Der binnen zolte en zoere herings (Emmer Erfscheidenveen)
Wij zaten op mekaor as herings in een tun (Een)
Daor hangt een hering an de lampe
Hij mut er hering of kuut van hebben
Ie moet nou weten van hering of kuut
Hij is nog zo gruun as een hering
zo dreug as een hering
Hij is altied al gek west op zoere hering op roggebrood (Barger Oosterveld)
Ja, neie hering, maar mit olde koppen
vlinderstrik(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Prof. Prakke had aaid een zoer hering veur (Sleen)
Hering in het laand, dokters an de kaant (Beilen)
Hering en wittebrood/Leiden hef nog gien nood (Hijken)
Zijn haring braadt er niet
Beter hering dan kuut (Wapse)