ezel
De kinder mugden een rittie maoken op een ezel (Balloo)
van personen
Wat binnen ie toch een stel ezels
op een akkoord gegooid
Hij is zo lui as een ezel (Dwingelo)
zo koppig (Broekhuizen)
zo dom, stom as een ezel (Beilen)
Hij balkt as een ezel
de ene speen geeft meer melk dan de andere
Je moeten een schop van een ezel verdraogen kunnen
krom
schildersgereedschap
Hij zit veur zien ezel te schildern (Barger Oosterveld)
gereedschap voor het verzamelen van korenaren(Midden-Drenthe)
Een ezel is een trekrief. De tanden verzaomelden het lèeste lösse koren. Hier wurden schotballen v (Eext)
penis(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
De ezel bij het oor hebben
niet goed
*Een ezel stöt zich gien twie keer an dezölfde stien (Padhuis)