U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zooi"
Resultaten 1 - 6 van 6
- sukerzakkien: Ik heb een heeile zooi sukkerzakkies kregen (Gasselte)
- zoogien: zooi
- zooi: Wij waren met een hele zooi bij mekaar (Hijken)
- zooi: Wij waren met een heile zooi
- zooi: Wij waren mit een hiele zooi jongen op escheept (Elim)
- zooi: Hij hef de heile zooi in ein keer vortgooid (Barger Oosterveld)