U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zakmes"
Resultaten 1 - 3 van 3
- kloeze I: Kloeze was vrogger smid en die meuk van olde vielen een zakmes (Koekange)
- kloeze I: Een kloeze is een zakmes, dat mit een vère lösspringt. Ie mussen de smid de viele brengen. Der was (Hoogeveen)
- zakmes: Een man möt altied een zakmes in buus hebben (Beilen)