U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vodden"
Resultaten 1 - 10 van 10
- bel I: Ik heb alles in de vodden stopt, het waren niks as bellen (Weerdinge)
- bovenmeid: De baovenmeid zat de kiender aordig achter de vodden (Broekhuizen)
- fosserig: Ik gooi het bij de vodden (De Wijk)
- gading: Vodden, old iezer, alles is van zien gaeding
- schorrie: Moej dat schorrie daor zien lopen, de vodden hangt heur um het gat (Westdorp)
- slont: Die slont kan wal bij de vodden (Schoonebeek)
- vodden: Ze lig met de kat om te vodden (Roderwolde)
- vodden: Wat bint die kiender weer an het vodden en rementen (Geesbrug)
- vodden: Die hond zit iederiene an de broekspiepen te vodden (Ruinerwold)
- voddenjeude: Der kwam een vorrejeude bie school en dan mos je de vodden metnemen (Emmer Erfscheidenveen)