U zocht voorbeeldzinnen met daarin "veter"
Resultaten 1 - 10 van 10
- blik II: Ik bin het blikkien van de veter kwiet
- heksenveter: Wat is dat een hekse(n)veter van een wief (Sleen)
- knup: Hie hef de veter in de knup (Roswinkel)
- lokveen: Het lokveen is zo taoi as een veter (Dwingelo)
- nestel: As de nestel van de vèter is, dan valt het niet mit um de veter in de schoe te kriegen (Hollandscheveld)
- rafelig: De nestel was kapot en toen was de veter zo raofelig (Gasselte)
- vetergat: Even de veter deur het vetergat doun (Roderwolde)
- veterleersien: Een veterleersien wordt aan de veurkant met een veter dichtregen (Dalen)
- veterschoe: Aj veterschoenen draagt, is het lastig as de nippel van de veter giet (Schoonebeek)
- vlok II: (Törf)vlok is taoi as een veter (Roderwolde)