U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verschoeven"
Resultaten 1 - 8 van 8
- rong: IJ moet even een haak um de rong doen, dan kan de ledder niet verschoeven (Sleen)
- schoefmeul: Een schoefmeul haj, aj met ien knoop verschoeven twie meulens kriegen kunden (Exlo)
- verschoeven: IJ moet die taofel wat verschoeven, hie stiet wat wuppelig (Zwinderen)
- verschoeven: Bai het dammen de stukken verschoeven (Roden)
- verschoeven: Die ofspraak, die moej niet weer verschoeven (Klazienaveen)
- vertillen: Die kaast is zo zwaor, die kun je niet vertillen, die moej verschoeven (Gasselte)
- wuppelig: Wij moet die taofel even verschoeven, die stiet wat wuppelig (Zwinderen)
- zitplank: Een zitplaanke mit dubbele klaampies kun niet verschoeven (Dwingelo)