U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verprutsen"
Resultaten 1 - 3 van 3
- ver: Laot je de zaak niet verprutsen, want dan koj nog verder van hoes (Odoorn)
- verprutsen: Ik make een heleboel zölf en dan kuj wel ies een keer wat verprutsen, det is niet zo slim (Ruinerwold)
- verprutsen: Zit mij de boel niet te verprutsen (Hoogeveen)