U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vermaak"
Resultaten 1 - 4 van 4
- haand: Geef mij de haand/Met verstaand/Met vermaak/Die is raak (Hijken)
- vermaak: Toneel gef vermaak (Oosterhesselen)
- vermaak: het vermaak argens aans zuken (Hollandscheveld)
- vermaak: Dat heb wij oet dat vermaak kregen (Zwinderen)