U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trouwerij"
Resultaten 1 - 7 van 7
- goedvinden: Die trouwerij zal wal deurgaon, maar dat wil niet zeggen dat het mit mien goedvinden giet (Coevorden)
- loper: De loper lig al oet op het gemeeintehoes, de trouwerij zal wel zo begunnen (Eext)
- poespas: Wat een poespas om zo'n trouwerij tou (Norg)
- trouwerij: Ze hebben de trouwerij veur mekaor (Emmer Erfscheidenveen)
- trouwerij: Over trouwerij is nich meer proot (Barger Oosterveld)
- trouwerij: Bin jij ok oetneudigd veur de trouwerij? (Balloo)
- wasschupsvolk: Bij trouwerij gung het wasschupsvolk vroeger oet het gemientehoes aaltied even in de harbarg