U zocht voorbeeldzinnen met daarin "straffen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- stoombukken: Een stoombokken magt ze mij wel mit straffen
- straffen: As e ondeugde uutvret, dan moej hum straffen; aans lèert e het nooit of (Beilen)
- straffen: Zie moet de kinder beter straffen (Rolde)
- straffen: Brune bonen, daor magt ze mij mit straffen
- toepassen: As olders zukke straffen gaot toepassen, dan kweekt ze haot (Hoogeveen)