U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stokken"
Resultaten 1 - 20 van 21
- bezik: Die beiden stokken laand ligt bezik (Elim)
- bros II: Die knieperties bint zo bros; aj niet oppast kriej allemaole stokken en brokken (Hoogeveen)
- dagwark: ...49 stokken (Drouwen)
- gebintskop: De stokken van de heufdbalke of dwarsbalke, die buten de stielen uutstikt, dat bint de gebientskoppe (Hoogeveen)
- holtblok: Iedere boer hadde een net holtblok, waor de huusslager 't varken op an stokken houwde (Kerkenveld)
- jukstok: De jukstokken zint de stokken, die der veur de stevigheid dwars
- klopjacht: Aoljaorsdag holdt de jaogers een klopjaacht; de drievers jaogt dan met stokken het wild op (Eext)
- korbeel: De schuine stokken van het gebiente, dat is het korbeel (Hollandscheveld)
- liemstamper: Een leimstamper was een vlak blok met twei stokken eraan, waor ze met op het natte leim stampten (Eelde)
- plenzen: Zie wassen met stokken in het wotter an het plenzen (Emmer Erfscheidenveen)
- plonzen: Zie waren met stokken in het water an het plonzen (Ekehaar)
- roe I: Twee stokken op een roe (Drouwen)
- scheer III: Schèren bint leren stokken um de ziedstrengen tegen het kaal worden (Broekhuizen)
- stiel I: De veur umhoog lopende stokken van het spinnewiel bunt stielen (Barger Oosterveld)
- telgenkamp: Enkele stokken laand heet wel ies Telgenkaamp (Diever)
- tiepel: Twie stokken waren der veur neudig, ...een lange en een körte. Dat kleintien was de tiepel, het har
- touw: Het touw weur tussen de stokken spannen (Grolloo)
- tutenrik: Wij zult vandaog maor even de tutenrik schoonmaken en dan de stokken met sodawaoter ofboenen (Westdorp)
- vleisspit: De stokken, waoran worsten en aander vleis in de wiemel hungen, nuumden wij vleisspitten (Emmen)
- weerdig: De weerdige stokken bint er al uut