U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stiefkop"
Resultaten 1 - 5 van 5
- Fries I: Een Freeis is deurgaond een lillijke stiefkop (Eext)
- hardkop: Een hardkop is een stiefkop (Weerdinge)
- stiefkop: Wat is dat een geweldige stiefkop, dei gef nooit tou (Barger Oosterveld)
- stiefkopt: Het regende stiefkop deur (Grolloo)
- voegen: Het is nogal een stiefkop, maor hij zal zuk toch moeten vogen (Beilen)