U zocht voorbeeldzinnen met daarin "steevast"
Resultaten 1 - 7 van 7
- oppassen: Mien moe zee steevast aw argens hengungen: Zuj goed oppassen? (Noordscheschut)
- steevast: Je kunt er steevast van op an (Gasselte)
- steevast: Hij komp steevast elke zundag bij oes (Westerbork)
- steevast: Ik mut er steevast elke nacht uut (Kerkenveld)
- steevast: Hie wet dat ze mekaor dan steevast anvleeigt
- steevast: Wij hebt daor een steevast hoes
- steevast: IJ hadden eerder een steevast pèerd veur de liekwagen. Het zwartien van Katerbarg was aaid steevast (Sleen)