U zocht voorbeeldzinnen met daarin "smacht"
Resultaten 1 - 4 van 4
- smacht: Oh, wat heb ik een smacht. Is het eten al kloor? (Barger Oosterveld)
- smacht: Ik heb wel zo'n smacht; wel het nog wat over (Valthermond)
- smachten: Hij smacht naor een glas waoter (Vries)
- smachten: Ik smacht van de honger (Sleen)