U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schouwen"
Resultaten 1 - 8 van 8
- iens II: Ees, doe mien ome an het Ao schouwen was, mus e aover een sloot springen... (Ruinen)
- ofslaon: Hij hef de mère laoten schouwen of die ook of eslaone was (Hoogeveen)
- ophakken: De slootkaanten moet nog even ophakt worden, veurdat ze komt te schouwen (Hijken)
- schouwen: Nei week moew de sloten schoon hebben, dan komp het waterschap te schouwen (Sleen)
- schouwen: Dat ei moej even in het water doon, dan kuj het even schouwen
- schouwen: Een kniene schouwen is kieken of het een heui of een ram is (Dwingelo)
- schouwen: Even met het peerd hen schouwen um te kieken of e hingstig is (Padhuis)
- stroom: Zie wilt nog stroom schouwen (Mantinge)