U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schoefien"
Resultaten 1 - 3 van 3
- schoef: schoefien
- schoefien: Het schoefien was oet de kachelpiepe vallen (Barger Oosterveld)
- schoefien: Die lop altied op een schoefien, die wil het liefst alles veur niks hebben (Weerdinge)