U zocht voorbeeldzinnen met daarin "roodbont"
Resultaten 1 - 5 van 5
- boerenbont: Naost blauwbont, zwartbont en roodbont is er ook nog boerenbont (Hollandscheveld)
- diek: Ik kwam op een diekie/Ik kwam op een dampie/Kwam mie een roodbont hondje tegen/Ik heb zien naom al d
- koebont: Een koebonte is een roodbont pèerd (Sleen)
- roodbont: Die koe is roodbont (Valthe)
- zwartbont: Ie hadden blauwbont, zwartbont en roodbont (Hollandscheveld)