U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rompslomp"
Resultaten 1 - 5 van 5
- rompslomp: IJ moet je niet nog mèer rompslomp anhalen, wij hebt het drok genog (Sleen)
- rompslomp: Het is een hiele rompslomp, aj in hoes slacht (Mantinge)
- rompslomp: Wat een rompslomp van een mensk (Roderwolde)
- rompslomp: Die varkens kriegt niet aanders as wat rompslomp in de bak (Pesse)
- versloven: Hie hef een grote rompslomp, hie verslooft er hielemaol in (Ekehaar)