U zocht voorbeeldzinnen met daarin "putten"
Resultaten 1 - 16 van 16
- akkoord II: Akkoord, Van Putten!
- Hepscheuten: Putten, van
- putemmer: De putummer, die an de putstok zat um water te putten (Pesse)
- putten: Wij musten 's morgens heel wat water putten veur al dat vee (Pesse)
- putten: Ik zal oe even een ummer water putten um de wasse op te spulen (De Wijk)
- putten: Daor meuj de wiesheid mar uut putten (Ruinen)
- Putten, van: Akkoord van Putten
- Putten, van: in orde van Putten (Zeyen)
- Putten, van: Dat is juust, van Putten (Nieuw Amsterdam)
- Putten, van: Van Putten, kom jij is hier (Anloo)
- Putten, van: Het is in örder, zee van Putten (Rolde)
- Putten, van: Zo is het, zei van Putten (Meppel)
- Putten, van: Van Putten wet het altied beter
- Putten, van: Bedankt veur de tip, van Putten (Uffelte)
- Putten, van: Daor komp van Putten ook nog an
- reurig: Het water uut de putten was vrögger nogal reurig (Nijeveen)