U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pak op"
Resultaten 1 - 20 van 26
- an II: (...) met heur beste pak an, het ooriezer op, gold en zulver an
- bekliffelijk: Dat pak is veul te bekliffelijk, daor kuj drekt alles op zien (Odoorn)
- bles I: Pak die boom mor, der zit een bles op (Sleen)
- bliksem: Ik heb hum een pak op zien bliksem geven (Sleen)
- breipen: De braaipenne is mie vortvallen, pak mie hum ies even op (Barger Oosterveld)
- falie: Hie kreeg een pak op zien falie
- grel: Pas mor op daj gien pak rammel kriegt, H. is wal klein mor het is een grel baosie (Hijken)
- groots: IJ huft er niet zo groots op te wezen daj dat klein kind een pak klappen geven hebt. Duurden ij wel, (Eext)
- jak: Een pak op het jak kriegen (Hijken)
- kachel I: Pak de pook ies even en raggel die kachel ies even op (Sleen)
- koopmanspak: Oolde David had het (koopmans)pak veur op de fiets (Padhuis)
- lompen: Hij kreeg een flink pak op de lompen
- pak I: Geef hum toch een pak op zien donder, dan holdt dat geplaog vanzulf op (Erica)
- pak op: IJ kunt het zo naogaon, het is daor ien pak op
- pak op: Dat kuj in ien pak op metnemen
- pèens: Dat jonkie hef een pak op pens had (Anloo)
- ransel I: Hie hef een pak op zien ransel had (Sleen)
- redding: Hé jong, pak je redding toch is op en hang het op (Eext)
- sollicitèren: Hij solliciteert naor een pak op de ribben (Klazienaveen)
- staal II: Vrogger verkochten ze een pak op staal (Borger)