U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opscheppen"
Resultaten 1 - 7 van 7
- mep I: Za'k die ok een mep opscheppen (Barger Compascuum)
- opkunnen: Je kunt wal opscheppen, mar je moet het ok opkunnen
- opscheppen: Zal ik je even wat soepenbraai opscheppen? (Roderwolde)
- opscheppen: Veur èerpels opscheppen hebt de boeren een holten schuppe (Beilen)
- opscheppen: Het is wal een aordige kerel, mor hie mus niet zo opscheppen (Sleen)
- vak I: Opscheppen is ook ain vak
- woord: Een woord man, opscheppen as een klomp (Vries)