U zocht voorbeeldzinnen met daarin "oploop"
Resultaten 1 - 3 van 3
- oploop: Doou ik der an kwam rieden, zag ik een heeile oploop veur de kerk; domnie was deur zien fiets hen za (Eext)
- oploop: Zij hef een beste oploop in de hoze (Barger Compascuum)
- verte: Wat een oploop daor in de veerte (Broekhuizen)