U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofvoer"
Resultaten 1 - 7 van 7
- gresbuis: Gresbuizen weurden gebroekt veur ofvoer oet het geutegat (Barger Compascuum)
- ofvoer: Er zat blad in de ofvoer; de geuten bint overlopen (Borger)
- ofvoer: De ofvoer gung met wagens (Dalen)
- ofvoer: De ofvoer van turf zit goed op de kont
- örder: De ofvoer van de putte is niet in order (Broekhuizen)
- speur: Een speur graeven veur ofvoer van het waeter
- verstopping: Hij har een verstopping in de ofvoer (Westerbork)