U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ofdoen"
Resultaten 1 - 8 van 8
- achterien: As wij is wat mèer achtereens ofdoen kunden?
- kört II: Laow het mor even kört ofdoen
- ofdoen: Dat is slim genog, daj kuj niet met een grappien ofdoen (Emmen)
- ofdoen: IJ moet de schuld nog ofdoen (Sleen)
- ofdoen: Wij kunt veur het melken nog net een voor ofdoen (Oosterhesselen)
- ofdoen: In de olde tied mussen ze alles lopend ofdoen (Kerkenveld)
- ofdoen: honds ofdoen een honds antwoord geven (Ruinen)
- ofdoen: Ik moe nog even die spinkoppen ofdoen (Sleen)