U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mennig"
Resultaten 1 - 7 van 7
- mennig: Hai het mennig keer dronken west (Zuidlaren)
- mennig: Mennig hoesholden wil gien gedoe met dat volk hebben (Borger)
- mennig: Mennig hef der schaande van spreuken (Balloo)
- mennig: Ik wol der wal een stuk of mennig van hebben (Diever)
- mennig: Een week of mennig
- mennigmaol: mennig
- stuk I: Een stok of mennig