U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mallen"
Resultaten 1 - 3 van 3
- glip: /Meisien mot mooi schullekie veur/Mag ik is mit oe mallen?/Mallen, mallen wil ik niet/Keer dij is um
- mal II: De wagenraan worden eerder in de mallen of etekend (Pesse)
- mallen: Hol toch ies op te mallen, straks reert er eine (Barger Oosterveld)