U zocht voorbeeldzinnen met daarin "krukkerij"
Resultaten 1 - 3 van 3
- krukkelachtig: Het is daor allemaol krukkerij, ze binnen nogal krukkelachtig (Eelde)
- krukkerij: Die sukkelt der wat an of, die is aordig an de krukkerij
- krukkerij: Zie hebt in dat gezin veul krukkerij (Oosterhesselen)