U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hef"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 1 - 20 van 500
- aai: Hie hef hum een beste aai geven (Oosterhesselen)
- aambei: Hij hef last van aambeien (Borger)
- aap: Hij hef het laand good verkocht, hij hef de aap binnen (Hooghalen)
- aargien: Waorumme hef Jaantien altied bosschuppies bij Klaos hier? Het is mit een aargien. Het is te daone um (Ruinen)
- Abraham: Hij hef Aobram zeen
- Abraham: Hij hef Aobram nog ekend
- Abraham: Hij hef Aobram op de rug
- achter I: Hij hef de wind van achter
- achteran: Hij hef niet achteran staon bij het neuzen uutdielen
- achteran: Mit het oren uutdelen hef hij niet achteran estaone; man, het liekt wel een olifant (Meppel)
- achteran: Hij wol die kaste hebben, hij hef der wat achter an lopen (Beilen)
- achterbien: Het pèerd hef een ontsteking an het achterbien (Sleen)
- achterdeur: Het is makkelijk, dat men een achterdeurtien hef
- achterdocht: *Oet törf, jenever en achterdocht, hef God de Drent gewrocht (Barger Oosterveld)
- achtergerdien: Doou de aachtergerdienen mor dicht, gieneein hef der wat met neudig, wat of hier gebeurt (Eext)
- achtergrond: Dat geval hef een bezundere aachtergrond (Anderen)
- achterhalen: Wel dat zegd hef, kun je toch niet meer aachterhaolen (Balloo)
- achterhands: Hie hef hum achterhands lillijk betrökken
- achterheufd: Die hef wel wat in zien aachterheufd
- achterholden: Hie was penningmeester, mor hie hef wat geld achterholden