U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gebrouwel"
Resultaten 1 - 3 van 3
- gebrouwel: Het was vanaovend een gebrouwel, ik heb er niks van begrepen (Zweelo)
- gebrouwel: Wat een gebrouwel met zo'n club vrouwlu bij mekaor (Hooghalen)
- gebrouwel: Een gebrouwel as een jeudenkarke (Hoogeveen)