U zocht voorbeeldzinnen met daarin "foptet"
Resultaten 1 - 5 van 5
- fopper: foptet
- foptet: Doe hum maor een beetien sukker an de foptet (Borger)
- foptet: Mien breur had laomer an de foptet (Exlo)
- lodden: Hie zit aal op zien foptet te lodden (Drouwen)
- speen: Een speen zit op een zoegfles. Een lösse speen is een foptet (Sleen)