U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dienderig"
Resultaten 1 - 9 van 9
- denderig: dienderig
- dienderig: Hij is zo dienderig under de ogen (Sleen)
- dienderig: Zij is lillijk te passe west en hef het hiel gezichte dienderig (Hoogeveen)
- dienderig: Hij kik er van verkoldenheid helemaole dienderig uut (Ruinen)
- dienderig: De hele morgen was de locht al dienderig west
- dòlsterig: dienderig
- opdrachtig: dienderig
- opgeblaozen: Hij was zo dik in het gezicht, zo dienderig, zo opgeblaozen (Erica)
- posterig: Wat bist doe ja posterig en dienderig onder de ogen (Valthermond)