U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bunder"
Resultaten 1 - 20 van 25
- akker: een kwart bunder (Valthermussel)
- akker: Twaalf akker is een bunder (Noordscheschut)
- akker: 10 - 12 akker is een bunder (Nieuw Schoonebeek)
- anmaken: Wij wilt nog twie bunder heide anmaken (Westerbork)
- bedrief: Hij hef daor een bedrief van zo'n 30 bunder (Hijken)
- beholden I: Het was een bunder grond, beholden grond was 96 roe
- beslaon: Het sportveld beslag wel zeuven bunder (Gasselte)
- bezanden: Hij hef een halve bunder dalgrond deur de DUW laoten bezanden (Barger Compascuum)
- bouw I: Ik heb vief bunder in bouw (Emmer Compascuum)
- bouwland: Hij hef door nog een paar bunder bouwland liggen (Barger Compascuum)
- bunder: Een plaatse van 12 of 13 bunder worde hier vrogger een grote boerderije enuumd (Hoogeveen)
- bunder: Gaot bunder maar op
- dagmaot: Anderhalf dagmaot is een bunder (Broekhuizen)
- dagmaot: Een dagmaot is 3/4 bunder en kon deur een flinke meier in een dag emeid wörden (Havelte)
- dagwark: Een aold dagwark was 66 are, non is het een half bunder (Sleen)
- gedoe: Hij hef daor een gedoegien van een bunder of vieve
- gruun I: Hij had 10 bunder bouw en 20 bunder greun
- koren: Wij hebt twie bunder erpel en drei bunder koren (Emmen)
- maisland: Wij hebt een paar bunder maisland verhuurd (Klazienaveen)
- mud: 40 Mudde rogge van 't bunder was vrogger best (Pesse)