U zocht voorbeeldzinnen met daarin "besodemieterd"
Resultaten 1 - 5 van 5
- besodemieterd: Ik zal besodemieterd wezen! (Padhuis)
- besodemieterd: Bi'j nou hielemaole besodemieterd (Erica)
- besodemietern: Hie hef mij met die drachtige mot besodemieterd (Sleen)
- jakkerd: Wat is dat een jakkerd, die hef mij toch zo besodemieterd (Borger)
- judas: Die judas het de boul besodemieterd (Norg)