U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bescheten"
Resultaten 1 - 7 van 7
- bescheten: Die is ziek ewest, die kik er nog aordig bescheten uut (Wapserveen)
- bescheten: Toen ik dat zee, keek e zo bescheten (Emmer Erfscheidenveen)
- bescheten: Ik bin er bescheten wegkommen (Roderwolde)
- bescheten: Die kerel kooj wel ies bescheten mit umme (Koekange)
- beschieten I: Hij har zuk van boven tot ondern bescheten (Barger Oosterveld)
- slak: ...ik zal dij een beddegien maken van geel bescheten laken (Sleen)
- van II: Ik word liever van een koe bescheten as van een paar boeren