U zocht voorbeeldzinnen met daarin "beroepen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- beroepen: Hij is te wied weg, ik kan hum niet beroepen (Hoogeveen)
- beroepen: Onze dommenee is beroepen op drie steden (Noordscheschut)
- domnee: Zij hebt een neie domnee beroepen (Padhuis)
- getrek: Het was een aordig getrek mit de domenee, hij had wel drie beroepen