U zocht voorbeeldzinnen met daarin "balkenlegger"
Resultaten 1 - 4 van 4
- balkenlegger: De garvensmieter mut de garven mit 't gat naor de balkenlegger gooien (Broekhuizen)
- balkenlegger: balkenlegger
- slietenlegger: Balkenlegger of slietenlegger (Dwingelo)
- vlijen: De balkenlegger, dat was de man die de garven op de balken vlijde (Hoogeveen)