U zocht voorbeeldzinnen met daarin "Drent"
Resultaten 1 - 7 van 7
- achterdocht: *Oet törf, jenever en achterdocht, hef God de Drent gewrocht (Barger Oosterveld)
- allennig: *Een echte Drent pist nooit allend (Diever)
- bedriegen: * Aj een Jeude bedreeigen willen, moej een Drent
- Drent: Dat döt een echte Drent neit (Vries)
- Drent: Een goeie Drent pist nooit allend (Emmen)
- Drent: Een Drent is een krent
- pissen: Een goeie Drent pist nooit allend (Sleen)