U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pak"
Resultaten 161 - 173 van 173
- veurlaken: De domeneer kreeg een pak van voorlaken (Zuidwolde)
- vlegel: Een flink pak op de ribben mut die vlègel hebben (Hoogeveen)
- vogelèende: Pak jij die boom mar bij het vogelèende (Klazienaveen)
- vortpakken: Pak dat krummeldie toch ies even vort (Hooghalen)
- wachten: Pak an, niet op neugen wachten (Schoonebeek)
- wantrouwen: Hij wantrouwt iederiene, die een mooi pak anhef (Sleen)
- wasblik: Pak het wasblik even, wij wilt de taofel waschen (Stieltjeskanaal)
- wollekoren: Ik heb een wollekoren pak (Fluitenberg)
- wos: Dat pak is op de wos maakt (Sleen)
- zit: pak mor een zit
- zitten: Dat pak zit niks
- zölfgemaakt: Hie har een zölfgemaakt pak an
- zwartlaken: Hij hef een zwartlaokens pak an (Gieten)