U zocht voorbeeldzinnen met daarin "last"
Resultaten 161 - 180 van 190
- tak: Hej ok last van takken? (Roderwolde)
- tenielspeuler: De teneelspeulers haden last van de zenen (Gasselte)
- toeval: Hie hef nog al ies last van toevallen (Sleen)
- traonderig: Ik heb veul last van traonige ogen, dat is van de kaolde (Hollandscheveld)
- trillemienen: Dat mèenske hef slim last van trillemienen (Eext)
- tropenkolder: W. is in Indië ewest en um de drei maonden hef e last van tropenkolder (Meppel)
- underweg I: Wij hadden underweg slim last van miet (Balloo)
- vin I: Aj last hadden van vinnegies, dan haalden ie wat bloem van zwevel (Hoogeveen)
- vleerboom: Aj mit mooi weer buten zitten wilt en ie wilt gien last hebben van vliegen, bijen of wapsen, dan moe (Dwingelo)
- vlooienbeet: Ik heb nog aordig last van die vlooienbeet (Stieltjeskanaal)
- vrei: Jaan drag aaid tripklompen; in aander klompen kreg e aaid last van zien vreien (Eext)
- water: Hie hef last van hoog water
- watergebrek: In 1967 harre wij last van watergebrek (Ruinerwold)
- wèrig: Het zaod is zo werig, daor hej last van met het wellen (Sleen)
- wind: Aj last hebt van wienden, is prei een goed middel (Elim)
- winderig: last van wind (Eexterveen)
- winderigheid: Kleine kinder gaven ze vrogger wel iens wat pepermunteulie as ze last hadden van winderigheid (Nieuw Amsterdam)
- winterhanden: Toen ik in de oorlogsjoren last har van wintertenen, kreeg ik alle dagen kalk in de melk (Barger Oosterveld)
- winterhanden: 's Winters hebt sommige mèensen last van winterhakken (Wapse)
- wolf: Hij hef gien best gebit, hie hef last van wolf (Eext)