U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boeren"
Resultaten 161 - 179 van 179
- verscheel: De boeren hadden verscheel over de ofscheiding (Beilen)
- verstaand: De boeren hebt nog meer verstaand ien heur pinke as zij ien heur hele haand (Ruinen)
- verzamelaar: IJ hebt wal boeren, die de eier zöls opeet of hen de verzamelaar doet
- veurboeten: De boeren hebt het drok
- veurgestoelte: waor de olderlingen en de dikke boeren zaten (Geesbrug)
- viekor: Tegenwoordig brengt de boeren vaak heur vie in een viekor hen 't laand (Weerdinge)
- visnet: Vrouger gungen de boeren in Tinaorl met een visnet naor het olde deipie (Vries)
- vleis: In de oorlog mussen de boeren vlaais levern (Roderwolde)
- vleistun: Enkele boeren hadden een vleistun, aandern deden het in een tobbe (Sleen)
- volmacht: In Slien bint drei volmachten. Die wordt keuzen deur de boeren (Sleen)
- volmacht: De volmachten mussen de boeren opcommanderen veur het boerwark (Dalen)
- wam I: Bij de geziene boeren harren ze een belle op het huus; um 12 ure wurde ebeld. Dan was het tied van m (Koekange)
- warkzaamheden: De warkzaamheden van de boeren zint laat van 't jaor (Oosterhesselen)
- waterleiding: De boeren möt zölf de waterleiding schoon hoolden (Padhuis)
- zandgat: haaj op verschillende plekken een zaandgat; daor hèulen de boeren het zaand (Dwingelo)
- zèende: In de tied van meeien moet de boeren vaeke de zende haerden (Diever)
- zicht II: Er waren bij oes een paor boeren, die meiden met de zicht, de rest dee het met de zwao (Drouwen)
- zölfbehold: Uut zölfbehold gungen de boeren mèer samenwarken (Beilen)
- zunde I: Het is zunde, det de koenen in het water schiet, want de boeren hebt de mes zo hard neudig (Ruinerwold)