U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vaak"
Resultaten 121 - 140 van 232
- oord I: En oord was eerst vaak een halve liter, later kwamen die der van een hiel liter (Padhuis)
- ophang: De ophang zit in de noodstal. Het is vaak een breeje jute band, woor de pèerde mit optrökken wordt (Hijken)
- oplegger: Törf graoven met een oplegger, maar op het Bunnerveen vaak ook met een schoffel (Eelde)
- opreur: Deur honger en armoede kriej vaak opreur (Zwinderen)
- opriegeln: Dat verhaaltie hef hij al zo vaak opriegeld, dat ken wij nou wel haoste van buten (Geesbrug)
- overbrenger: Men kan vaak meuilijk naogaon, wel de overbrenger van die ziekte is (Oosterhesselen)
- overtocht: Veren bedden hadden vaak een geroet overtocht (Schoonebeek)
- overtrouwen: Vaak wuurd er 's zundags nao de preek overtrouwd in de kark (Padhuis)
- pakken: Aj met kinder speult, zeg ij vaak: ik zal je wal is even pakken (Buinen)
- pèerdeweide: Het peerd mus zuk vaak de kost zuiken om hoes tou. Dat was dan de peerdewaide (Barger Compascuum)
- pierewörm: Pielewörms zit vaak ien mesbulten (Barger Oosterveld)
- plank: Een holten kuup weur vaak gebruukt vrogger bij het wassen mit borstel en plaank
- plaschern: In de haarfst is het vaak zo daj deur het natte laand moet plaschern (Padhuis)
- plompstok: Een plompstok weur vaak gebruukt um het water smèrig te maken, dat de vissen flauw weurden (Hijken)
- plun II: Bij het rumen haj vaak van die dikke plunnen an de haak
- pluuster: Der zit vaak pluusters in de veenties (Oosterhesselen)
- poeier: Deur het lopen had ik vaak een blikgat. Wat poeier der op en klaor is Kees (Hoogeveen)
- pokdel: Van pokken blieft vaak pokdellegies over (Hooghalen)
- pokken: Eerder hadden de zwienen vaak pokken (Sleen)
- popperig: Bij een misgewas of op de wending zatten vaak poppige eerpels (Rolde)