U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boks"
Resultaten 121 - 128 van 128
- wupstaarten: Muj dat geitie zien wupstarten, die is vaste boks (Kerkenveld)
- zakkengoed: Die boks, dat is zakkengoed
- zakkig: Wat hej de boks ja zakkig an (Eexterveen)
- zanderig: Maak je de boks niet smèrig an die zandige zakken (Sleen)
- zeefiot: Jonges hadden een boks van zeefiot (Eexterveen)
- zetten: Even een knoop an de boks zetten (Odoorn)
- zeum: De boks is haost te lang; even een zeumpien deran maken (Sleen)
- zwartroet: Een zwartroete boks