U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zowat"
Resultaten 101 - 120 van 134
- vantuschen: Ik har hum zowat, mor hij gung mij der toch nog vantuschen (Sleen)
- veenkoel: Hij was zowat verzopen in dei veenkoele, man zie hebt hum der optied oethaald (Barger Compascuum)
- verdreugen: Aj moeder heurt, dan hef ze zowat hiel Barkenheide verdreugd
- verdubbeln: Zien inkommen is zowat verdubbeld (Roderwolde)
- vergif: Zie doet tegenwoordig zowat overal vergif op (Wijster)
- verhakseln: Tegenwoordig wordt het stro op het land verhakseld, umdat het zowat niks kost (Zwinderen)
- verkleumen: Wat was het kold weer, ik bin zowat verkleumd (Klazienaveen)
- veurkommen II: Het komp mij veur, dat ik zowat al eerder heurd heb (Emmen)
- veurloper: Dat is nou zowat een veurloper, ene, die de groten het eerst wat naodöt
- veurroet: Der vlèug oens zowat een fasanthane tegen de veurroete (De Wijk)
- viefkop: Een spient eerappels is gelieke an een viefkop en det is zowat drei en een halve kilo (Meppel)
- vliegen: Die kèrel was niet te vertrouwen, ik was er zowat invleugen (Sleen)
- vlooienrikkien: Het vlooienrikkie is zowat eein centimeter groot en is dreeihooukig. Dat ding wordt inzet met naold (Eext)
- voortun: De voortun was zowat leeg (Beilen)
- vorenstied: Het is zowat vouertied, wie wilt hen hoes (Barger Compascuum)
- vuurket: Die vuurkette, die is haost zowat deursleten (Klazienaveen)
- war: Hij komt er zowat mit in de warre (Broekhuizen)
- wepel: Gien wonder det het jonge peerd zo wepel is: hij hef van de weke zowat niks edaone (Koekange)
- wissel: As de zudden zowat dreuge waren, kwamen ze in de wissel (Wapse)
- zèeierij: Hej het met de zeierij ok zowat bestuurd?