U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schip"
Resultaten 101 - 104 van 104
- zoer II: Door komp weer een schip mit zoere appels an
- zwèeikom: Het schip lag in de zwaaikomme (Tweede Exloërmond)
- zweerd: Hij luit het zweerd van het schip zakken (Emmer Erfscheidenveen)
- zwenken: Het schip mut in de zweikomme zwenken (Kerkenveld)