U zocht voorbeeldzinnen met daarin "best"
Resultaten 101 - 120 van 404
- geklier: Aj drok aargens met an de gang bint, kuj niet best over geklier (Eexterveen)
- geldduvel: As de geldduvel je te pakken hef, binj niet best of (Beilen)
- genaode: Aj van de genaode ofhangt is het niet best (Dwingelo)
- generaal II: De generale was niet best (Barger Oosterveld)
- gepeupel: Het is niet best, aj het gepeupel tegen kriegt (Emmen)
- geraamte: Ik wol een naie kist maoken, maor kun het geraomte neit best in mekaor kriegen (Peize)
- getroosten: Getroost je mor, het kan nog best metvallen (Borger)
- gevulen: Hie geveuilt zuk niet zo best vandaog (Eext)
- gewin I: best (Roderwolde)
- giest: Ik kan het mij best veur de giest halen (Dalen)
- grammietig: Het is zeker nich best, hij kik zo grammietig (Barger Oosterveld)
- greide: Die eerpels dout het best. Dat is gien wonder, het is ook 'n graide (Eexterveen)
- grenadier: Want die kende jao best oet de tied, dat e as grinnedier veur het paleis op de wacht staon hadde
- groes: Groes van eierkolen wil niet best branden (Eext)
- groffel: Aj in zien groffels vervalt, bi'j niet best oet (Sleen)
- gruien: Die zwienen wilt best gruien (Weerdinge)
- gul: De koffie bekomp mij niet zo best, het valt mij zo gul in de hoed
- gunnen: Ik gun hum dat pleziertien best (Padhuis)
- haarden I: De knecht kan niet best bij die boer haarden (Eext)
- haarden I: Ik kin het neit best haarden dat ze die kinder pluigen